Bij ‘Humor in de Kunst’ ga je, na een inleidende PowerPointpresentatie onderzoek doen naar wat een beeld humor kan geven. Je onderzoekt o.a. begrippen als overdrijving en absurdisme, en hier maak je een beeldende en ruimtelijke vertaling van middels een performatieve sculptuur of actiesculptuur waarbij je gebruik maakt van flexibele materialen. Dat kunnen bijvoorbeeld stoffen zijn, maarook een materiaal als latexrubber of dunne plasticfolie. Je experimenteert met verschillende methodes en flexibele materialen, en je maakt gebruik van reeds geleerde constructietechnieken. Je actie- of performatieve sculptuur presenteer je op een manier die jouw idee ondersteunt.
Vandaag heb ik verder gewerkt aan het hoofd. Eerst heb ik advies gevraagd aan Marco, over hoe ik de plaatjes het beste aan het frame kon monteren. Dit kon het beste met de puntlasser. Bij bepaalde plaatjes moest ik er dan wel eerst een laagje vanaf schuren omdat dat verdampt en giftig is als je het puntlast.
Nadat ik verschillende plaatjes op het frame had gelast, ben ik begonnen met het maken van oren. Eentje door een soort dik gaas er tegenaan te lassen en de ander door met dun ijzerdraad een decoratief element te monteren. Ook heb ik gewerkt aan de ogen, die bestaan uit verschillende bouten en dergelijken. Deze zijn bevestigd door middel van ijzerdraad. |